Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want [19][hen] [20]berispende, zegt Hij tot hen: Ziet, [21]de dagen komen, spreekt de Heere, en Ik zal [22]over het huis Israels, en over het huis van Juda een nieuw [23]verbond [24]oprichten; 19. Namelijk de Israelieten; of hetzelve, namelijk verbond. 20. Of het gebrek hun aanwijzende; of over hen klagende; dat is, de zwakheid, die door hun verdorvenheid in dit verbond was, aanwijzende en daarover klagende. 21. Namelijk ten tijde van den Messias. 22. Hieronder worden ook alle uitverkorenen uit de heidenen verstaan, gelijk doorgaans bij de profeten is te zien, die door het geloof dezen olijfboom zouden worden ingelijfd. Zie Rom.11:17,25,26; Gal.4:26, enz. 23. Of testament. 24. Grieks voleindigen. Zie de aantekeningen vs.10.